Welke band of artiest heeft het meest betekend voor de Nederlandse popmuziek in 2008? Dat was zoals gebruikelijk de vraag die de jury van de Popprijs dit najaar kreeg voorgelegd. Dat daar geen eensluidend antwoord op te geven is, dat wisten alle juryleden: succes, oorspronkelijkheid, grote interesse gewekt in het buitenland: allemaal belangrijke criteria, maar wat geeft de doorslag?
In 2008 waren er veel betrekkelijk jonge bands die succes kenden met plaatverkoop en die de zalen in het clubcircuit moeiteloos zelfs meerdere keren deden uitverkopen, maar de Popprijs is geen aanmoedigingsprijs.
Ook dit jaar vlogen danceproducers weer de hele wereld over, en noteerden niet de minste muzikanten successen in het buitenland. Maar de Popprijs is ook geen export-prijs.
Evenmin is de Popprijs een oeuvreprijs, langdurig actief zijn voor een groot min of meer stabiel publiek, is wellicht genoeg voor een lintje, voor het behalen van de Popprijs 2008 is meer nodig. Maar hoeveel meer kan een band die al meer dan een kwarteeuw niet meer weg te denken is uit de Nederlandse popmuziek, een band die plaat na plaat goud ziet worden, en een band die jaarlijks nog altijd meer mensen naar hun concerten lijkt te lokken nog doen? In het Engels of Chinees gaan zingen in plaats van in het Nederlands?
Geen band is de afgelopen jaren wanneer de jury bijeenkwam voor het aanwijzen van de winnaar, vaker genoemd dan de winnaar van dit jaar. Nieuwe juryleden waren verbaasd dat ze de prijs niet al eerder hadden gewonnen, zoals de bandleden ongetwijfeld zichzelf achter de oren moeten hebben gekrabd wanneer de prijs weer aan hen voorbij ging. Deden ze misschien iets verkeerd?
Allerminst, maar de jury is er altijd van uit gegaan dat hun jaar nog wel zou komen. En dat jaar 2008 is niet toevallig het jaar waarin gevierd dat de Nederpop 50 jaar bestond. In alle herdenkingen en jubileum uitzendingen kwam de Amsterdamse band voorbij, want er zijn maar weinig artiesten die zo’n fors deel van die vijftig jaar, zo’n belangrijke rol hebben gespeeld in de Nederlandse popcultuur.
En terwijl 50 jaar Nederlandse popmuziek in het zonnetje werd gezet bracht de band ook nog een van hun betere albums uit, die geheel volgens de gewoonte weer goud werd.
Op die plaat, Brussel geheten, vindt de band zichzelf als het ware opnieuw uit. Het bandjesgevoel lijkt weer helemaal terug, aan niks valt af te horen dat dit alweer de zoveelste plaat is van een stel muzikanten dat voor elkaar geen verrassingen meer kent.
En dan zijn er opnieuw de teksten, die maar weer onderstrepen dat deze band de Nederlandstalige rock misschien niet heeft uitgevonden maar dat hun naam onlosmakelijk met het genre verbonden is en dat al decennia lang.
Mooier dan nu zal het nooit gaan zingt Huub van der Lubbe op Brussel de plaat die voor de jury de doorslag gaf, waardoor er in een recordtijd tot een unanieme beslissing kon worden gekomen. Dit jaar was er geen ontkomen meer aan, de Popprijs 2008 moest worden toegekend aan De Dijk. Mooier dan nu zal het misschien nooit gaan maar later dan nu kan de jury zich inmiddels zeker niet permitteren aan De Dijk de prijs toe te kennen. Zonder De Dijk hadden die vijftig jaar Nederpop die in 2008 zo nadrukkelijk herdacht werden er immers heel anders uitgezien.